TURKIJE 2010

week 2

Van

Deze reis is de reis van het licht en de lijnen in de fotografie, de omgeving hier leent zich er goed voor. De weg naar Hakkari gaat lange tijd over een hoogvlakte en af en toe moeten we over een hoge berg, daarna rijden we door diepe kloven met ravijnen, voor mij even slikken, ik hou niet zo van die ravijnen zo dicht langs de weg. Het is hier wat kouder zo ver in het oosten, dat is te merken aan onze favoriete berken, ze zitten hier nog in de knop. Er lopen hier regelmatig gieren en roedels gangals, dat zijn van die enorme grote blonde honden die vaak in schaapskuddes worden gebruikt, maar ze dwalen hier ook in roedels rond, ze zijn behoorlijk gevaarlijk en bij het uitstappen moet je er altijd alert op zijn. Als we nog verder naar het oosten rijden moeten we bij een controlepost geregistreerd worden, zelfs de voor- en achternamen van onze beide ouders moeten op de formulieren, de militairen zijn erg vriendelijk en een foto maken is geen probleem.

 

Hakkari

Hakkari is een plaats die ver in het oosten ligt, een zeer Koerdisch gebied. In Hakkari moeten we beslissen of we verder gaan of terug moeten. Een Turkse militair zegt dat we terug moeten, daarna spreken we vijf Turkse artsen die hier moeten werken in het oosten in een militair hospitaal, ze zijn allemaal bang, zij zitten hier als Turken verplicht tussen de Koerden en dat willen ze liever niet. Deze gesprekken maken het ons er niet gemakkelijker op, wij willen liever doorreizen, we hebben hier al een keer moeten opbreken. Als we het hier aan de Koerden vragen is er niets aan de hand, we gaan zo internet maar eens raadplegen. Het hotel is “shabby” zoals wij dat noemen, de douche is koud en het stinkt er naar pislucht, de lakens zijn schoon, volgens de Lonely Planet is het hotel netjes en goed onderhouden, maar zij zijn hier de afgelopen tien jaar vast niet meer geweest, meer keus is hier niet. We loggen in op een onbeveiligd netwerk en zoeken informatie en daar worden we niet vrolijk van, want waar we nu zitten is het momenteel helemaal niet pluis, we lezen dit in de Turkse krant Huriyet, die in het Engels op internet staat. De hotelman meldt dat er tussen 18.00 en 19.00 uur warm water is en dat is er, de pislucht begint te wennen, misschien omdat het ondertussen onze eigen pislucht is, gemengd met onze eigen geurige shampoo. De radiator staat op 30 graden en er zit geen knop aan, met het open raam proberen we de temperatuur wat te dempen.

De weg van Hakkari naar Sirnak

Rond 6.00 uur rijden we weg van het hotel, de stad is nog niet ontwaakt, we moeten nu zo beslissen of we wel of niet langs de Irakese grens gaan, met de militairen op de splitsing overleggen we en ze geven ons met de hand op het hart de garantie dat de weg veilig is, we gaan het proberen, de terugweg is ook niet meer veilig, het is een tocht van ongeveer 200 kilometer tot Sirnak. We worden hier nauwlettend gevolgd, er wordt steeds doorgebeld wie hier in dit gebied rondrijden, de mensen in de dorpen zijn vriendelijk, maar de spanning is hier duidelijk voelbaar en toch gaat het dagelijks leven hier gewoon door, dat kan ook niet anders. De mensen leven hier met deze situatie, het is wel heel raar om dat te ervaren. De tanks staan op strategische punten hoog op de bergtoppen. Het is hier onbeschrijflijk ruig en mooi, zeker als we de hoge passen passeren, dan hebben we een enorm uitzicht. Bij een volgende controlepost moet onze auto helemaal worden doorzocht. De militair die ons controleert heeft zijn dienstplicht er bijna opzitten, hij moet nog maar twee dagen en hij is heel blij dat hij dan hopelijk levend naar huis kan, zij lopen hier het meeste gevaar. In twee dorpen voelt het niet goed en al snel krioelt het van de militairen, ze zoeken naar landmijnen en de tanks rijden er voorzichtig achteraan en daar tussenin rijden wij.
Onze paspoorten worden diverse malen gekopieerd, bij de laatste post krijgen we een landkaart cadeau en volgens deze militair zijn we nu door het gevaarlijkste gebied heen. Hij vertelt dat er de afgelopen nacht een militair door een bermbom is gesneuveld in één van die bewuste dorpen waar wij door zijn gekomen, vandaar dat ze naar die bermbommen aan het zoeken zijn. De militair is van een afstand opgeblazen. In Hakkari zijn de afgelopen dagen nog meer militairen gesneuveld en ook diverse Koerden. Voor wij vertrokken naar dit gebied was het rustig, maar het is opeens weer opgelaaid. In de dorpen zijn de wegen miserabel slecht, er zitten grote gaten in en onze auto ligt heel diep en dat is lastig rijden en zo duurt de rit nog langer. Of we er goed aan hebben gedaan om hier in deze uithoek te gaan reizen weten we niet, we hebben steeds internet geraadpleegd en toen was er nog niets aan de hand, maar zo gaat het hier nou eenmaal in dit soort gebieden, opeens is het weer zover.
Tegen het middaguur zijn we het meest beladen gebied uit. We proberen vandaag Diyarbakir nog te halen, ook een Koerdische stad waar het vaak onrustig is, de stad heeft een rijke oude cultuur, de stad lag op de zijderoute. We willen hier een paar dagen blijven, die tijd hebben we nodig om alles hier te zien.
Op de site van buitenlandse zaken was er geen negatief reisadvies, maar we hebben gemerkt dat dit advies niet actueel is, want zelfs vandaag is er nog steeds geen negatief reisadvies terwijl je er momenteel beter niet kunt reizen.

Diyarbakir

Diyabarkir is een stad van nauwe kleurrijke straatjes, moskeeën in Arabische stijl, moskeeën met zwarte en witte banden van steen en dit alles roept een exotische sfeer op. Diyarbakir ligt aan de Tigris in Mesopotamië, het land tussen de Euphraat en de Tigris zag het ontstaan van werelds eerste grote koninkrijk. Diyarbakir heeft dus een oude historie, al vanaf 1500 voor Christus, omdat het strategisch gelegen is veranderde het steeds van handen totdat de Arabieren het veroverden, toen heette de stad Armedros, nadien noemde de Arabische stam van Beni Bakr de stad Diyarbakir. In 1515 kwamen de Ottomanen en daar stammen de Turken vanaf. Diyarbakir heeft door de eeuwen heen geleden onder al deze strubbelingen en dat is tot op de dag van vandaag nog steeds het geval. Momenteel nog altijd door de Koerdische strijd. Na de eerste golfoorlog in 1991 is hier de spanning weer gestegen vanwege het feit dat er drie miljoen Iraakse Koerden naar Oost-Turkije zijn gevlucht. Er ontstond een virtuele burgeroorlog en die is er nog steeds en drie dagen geleden is het weer in alle hevigheid opgelaaid, de tv zendt er non-stop beelden van uit. We zijn op tijd weg uit het verre oosten, er wordt hevig gevochten in de bergen. Veel Koerden uit de dorpjes zijn door de jaren heen naar Diyarbakir getrokken om daar in werkloosheid te belanden.
De muur rond Diyarbakir is nog helemaal intact en er wordt beweerd dat deze muur na de Chinese muur de langste muur is.

Het is heerlijk rustig en brandschoon in Diyarbakir en dat bevalt ons wel na die spannende twee dagen die achter ons liggen. We zwerven wat door de oude kleurrijke wijken, gevolgd door hordes kinderen die allemaal voor de camera springen en we drinken thee bij een Arabische familie, het is heel gezellig en Jhsan de man in het gezin spreekt vloeiend Engels, dus we kunnen een goed gesprek voeren, deze familie heeft drie kinderen. De Koerdische families hier hebben vaak tien kinderen of meer. Overal valt er mooi zonlicht in de smalle straatjes. Het is warm vandaag, zo ongeveer 28 graden en dat is hier nog maar het begin, ook deze stad gaat in de zomer gebukt onder extreme hitte. Aan het einde van de middag razen de straaljagers door de lucht, dit klinkt wat verontrustend, maar op de t.v. wordt er niet over gesproken. Later thuis horen we dat er 20 straaljagers Noord-Irak zijn binnengevallen, misschien waren dit al voorbereidingen.

De Meryem Ana Kilisesi is een Syrische Orthodoxe kerk van de heilige maagd Maria. Het is een kerk van de Jacobiten, ofwel monophysiten, die weigeren de doctrine van het Concilie van Chalcedon in 451 te accepteren. De doctrine legt vast dat Jezus twee gedaanten heeft, een goddelijke en een menselijke. De monophysiten gaan enkel uit van de goddelijke natuur van Jezus. Hier leeft een besloten gemeenschap van 40 personen, veel geloofsgenoten zijn gevlucht ondermeer naar Nederland en ze leven nu in een gemeenschap in Glanerbrug.

De kaas- en yoghurtmarkt wordt druk bezocht, er worden veel soorten kaas verkocht, ook met kruiden. De kazen zijn stijf van structuur, er zit niet veel smaak aan omdat het allemaal vrij jonge kaas is, de kruidenkaas vinden wij heerlijk, die smaakt lekker bij een glaasje raki. Als we kaas kopen mogen we niet betalen, als we bij het restaurant de naam van de saus over de salade opschrijven krijgen we meteen zo'n literfles van deze dure granaatappelsiroop cadeau. We durven bijna niets meer te vragen, bij de mannen van de domino vragen we of we een foto mogen maken, ja....., maar eerst thee en nog eens thee.

Momenteel zijn we al weer bijna vergeten dat het gebied hier ook een andere zijde heeft, de zijde van een paar dagen geleden of van de actualiteit van nu. Als we Koerden in het restaurant spreken en vertellen over onze ervaringen zeggen ze: "vechten, dat valt wel mee, ze vechten een beetje in de bergen", maar ze kijken zeker niet naar de tv. Zelfs de president van Syrië bemoeit zich er momenteel mee, we zien de grote militaire invasies nog steeds de bergen uitkammen. Vreemd genoeg kunnen we hier ook de propagandazender van de PKK ontvangen, een lieflijke zender waar de vredesduiven over het scherm vliegen, maar waar ook fanatieke jonge mannen en vrouwen te zien zijn met grote geweren en spandoeken met Öcalan erop, alles voor de Koerdische strijd. Öcalan de grote PKK leider die de doodstraf heeft gekregen in Turkije, maar nog steeds gevangen zit, deze doodstraf is nog niet uitgevoerd door internationale druk. Vandaag zijn er vier ter dood veroordeelde Koerden in Iran opgehangen.  

Diyarbakir Sivas

Langs de Euphraat en de Tigris fotograferen we nog wat landschappen, als we door een veld salie struinen komt er een spoor van geuren vrij. Het moskee/medresse complex in Divigri heeft ons op deze route gezet en dat is een goede keus, weer een heel ander maar zeer bijzonder landschap, er liggen af en toe wat kleine dorpen die bestaan uit drie tot zeven huizen, een heel afgelegen gebied en onaangetast. Volgens de kaart een rode route, maar dan houdt plotseling het asfalt op, eerst denken we nog het zal zo wel weer in asfalt overgaan zoals zo vaak gebeurt in Turkije, maar het wordt steeds rampzaliger. Tot overmaat van ramp heeft het bergwater in een lager gelegen stuk weg rivieren gesleten, wanhopig worden we ervan. Drie van die kleine rivieren moeten we overbruggen, we moeten eerst stenen zoeken om hier met de auto door te kunnen rijden, we hopen dat dit snel ophoudt, we moeten nog ongeveer 200 kilometer naar Sivas. We fotograferen toch nog af en toe maar wat, het is te mooi om dat te laten lopen en we zijn hier nu toch, maar het kost allemaal uren. Als we eindelijk door die rivieren zijn gaan we bij het eerste dorp vragen hoe deze weg verder gaat om nog enig aanknopingspunt te hebben. We worden hartelijk ontvangen en moeten eerst Ayran (zoute waterige karnemelk) drinken. De man hier in huis legt uit dat we nog ongeveer 27 kilometer zonder asfalt moeten en daarna wordt het asfalt zo glad als zijn terras, tot aan Sivas. We willen dit graag geloven en houden ons hieraan maar vast en sukkelen voort over de slechte weg en op de kilometer af komt er asfalt en zo kunnen we in een aantal uren naar Sivas rijden. We fotograferen nog steeds veel onderweg, de bergen zijn hier een maandlandschapachtige verschijning, bergen grijs, blauw, roze, wit en geel, de zon komt al lager en dan worden de kleuren nog dieper. Het moskee/medresse complex hebben we helaas door tijdgebrek moeten overslaan, maar we hebben wel unieke bergen gezien.

Ankara

Onze laatste dag gaat zonder obstakels en we rijden in vijf uur van Sivas naar Ankara, het gaat prima en op het vliegveld leveren we binnen een paar minuten de auto in, ze hebben de auto nagekeken en geen vragen gesteld, ook niet over die scheur in de bumper. Het is altijd prettig om een huurauto weer af te leveren, op deze reis hebben we er 3640 kilometer mee gereden en er zaten spannende kilometers tussen.

Eigenlijk is dit onze laatste dag, gisteren was het de laatste dag met de auto en je zou dan denken dat er niets meer mis kan gaan. Onze taxichauffeur die ons gisteren zo prima van het vliegveld waar we de auto af moesten leveren, naar het hotel heeft vervoerd, haalt ons vroeg in de ochtend op. Een aardige man met een mooi gestreken overhemd aan, een keurige man zou je denken. Nou is het wel zo dat we bij keurig altijd wel onze vraagtekens zetten, maar toch, hij is aardig en brengt ons vlot naar het vliegveld, we rekenen af en checken in en gaan ons Turkse geld omwisselen bij het wisselkantoor. Daar merken we al snel dat we door de "keurige" taxichauffeur zijn belazerd, hij heeft ons terugbetaald met oud waardeloos geld, het verschil is voor ons niet te zien. De mevrouw bij het wisselkantoor is verbijsterd en ze schakelt direct de politie in en binnen 15 minuten is de chauffeur terug op het vliegveld, door de politie opgeroepen. Heel nederig komt hij aangelopen, hij heeft het juiste wisselgeld al in zijn handen en hij geeft ons onder toeziend oog van de politie het geld en neemt het oude terug. Helemaal verbaasd zijn we van deze snelle actie, deze chauffeur, die in dienst is van het vliegveld heeft een zware dag, want de politie is behoorlijk boos. Wij verlaten Turkije desondanks met een zeer positief gevoel en hopen er zeker terug te komen.